Persoonlijke ontwikkeling en het ontstaan van mijn carrière.
Ontstaat een carrière toevallig of is het een gevolg van hard werken en op de juiste momenten op de juiste plaats zijn? Dat heb ik mijzelf vaak afgevraagd. De carrière die ik heb gemaakt in de sportbegeleiding is door ‘op de juiste momenten op de juiste plaats zijn’ ontstaan. In het kort is de ontwikkeling als volgt verlopen:
Wat het schaatsen betreft heb ik de jaren 70 als trainer een ervaring mogen opdoen die mijn denken in de topsport heeft bepaald. Een aantal Canadesche schaatsers kwamen toen naar Haarlem op bij mij te trainen. Daaronder Cathy Priestner en Kevin Serois. Vooral het schaatsen van laatstgenoemde op de OS van Saporo heeft mijn denken in de richting van topsport bepaald. Hij reed als eerste Canadees op de 10 Km. onder de 16 minuten. Toen een hele prestatie waarop hij, maar ook ik, erg trots was. Mijn denkrichting was bepaald! Verderop kom ik op deze ontwikkeling terug.
De ontwikkeling als begeleider was toen al begonnen. Deze begon ergens in de laat jaren 60, toen ik bij toeval - als masseur - bij de honkbalclub Schoten terecht kwam. De vriend van mijn vrouw’s vriendin was daar conditietrainer. Schoten had ambities om kampioen te worden en wilden de begeleiding aanvullen met een masseur. Deze masseur werd ik. Mooi werk zonder 'grote' vergoedingen. Erg leuk werk omdat mij bleek dat om er voor te gaan om te ‘winnen’ erg leuk is. In het eerste jaar mocht ik een kampioenschap meemaken en de daaraan gekoppelde promotie naar de Hoofdklasse. Dat was erg leuk, met een andere betekenis van leuk dan dat de meeste mensen leuk vinden.
Bij datzelfde Schoten speelde de voorzitter van de basketbalclub FIAT Stars uit Amsterdam. Toen de tweede club van Nederland. Bij FIAT Stars wilden ze een masseur toevoegen aan de begeleiding van het eerste herenteam. Doordat ik in de ogen van de voorzitter bij Schoten goed werk leverde werd ik dat. Het was het eerste contract waarmee ik geld verdiende. Duizend gulden op jaarbasis. .
De toenmalige coach van FIAT Stars was Hans Perrier. Hans was ook assistent van hoofdcoach Rene Wolf bij het Nederlandse heren basketbal team. Op een zeker moment ontstond er behoefte aan een masseur bij het nationale herenteam. De vraag kwam of ik dit wilde doen. Met veel medewerking van mijn baas bij de NS (Henk Snel) en mij echtgenote Ghitta kon ik als masseur mee met het Nederlandse herenteam. Een mooie periode van enkele maanden brak daarmee aan met wedstrijden of toernooien. Daaronder ook het EK kwalificatie toernooi in Wenen met Israel als één van de deelnemende landen. En dat was kort na de gebeurtenissen bij de OS van München. Een beeld dat ik niet meer zal vergeten was dat het rondom en bovenop de ‘Stadshalle’ van Wenen het wemelde van bewakers. Best wel een beetje luguber.
Na een jaar bij de heren werd ik gevraagd door de dames van Blue Stars of ik niet ook met het Nationale damesteam wilde meegaan als masseur. Weer met veel medewerking van Henk Snel en mijn echtgenote kon ik dat ook doen. Hierna ben ik 20 jaar onafgebroken voor de Basketbal bond als masseur actief geweest. Masseur van het nationale dames team, het nationale heren team en verschillende junioren teams.
Deze ‘baan’ heb ik altijd kunnen combineren met mijn werkzaamheden als trainer van diverse schaatsteams. Niet altijd gemakkelijk echter zeer leerzaam en nuttig. Door de combinatie van werkzaamheden en het daarmee ontstaan van een enorm netwerk heb ik in veel sporten op topniveau kunnen werken en daarmee veel mensen leren kennen die voor de rest van de carrière bepalend zijn geweest.
Daardoor heb ik in de loop van de jaren in verschillende plaatsen verschillende soorten van kennis opgedaan. Het resultaat van mijn - mooie - carriëre heb ongetwijfeld mede daaraan te danken. Hieronder een klein overzicht van wat ik waar aan kennis heb ervaren/verzameld.
Barcelona
Als masseur ben ik een aantal malen- met het Nederlands nationale basketbal team - in Barcelona geweest. Op één van deze trips heb ik een collega masseur/fysiotherapeut leren kennen die in dienst was van de sportorganisatie FC Barcelona. Hij heeft mij laten zien hoe daar de sportbegeleiding georganiseerd was. Indrukwekkend en voor mij een ‘eyeopener’.
Boedapest
Ook hier ben ik vaker als masseur geweest. Op één van de toernooien (EK) had ik tijd om bij een training te gaan kijken van een topsprinter op de 100 meter atletiek. Daar zag ik trainingsmethoden die ik in Nederland nooit gezien had en ook niet kende. Omdat ik – trainer - er als westers masseur actief was vond de - Oost-Europese - trainer het mooi om regelmatig met mij te overleggen. Het waren leerzame en vooral ook leuke gesprekken waardoor Boedapest altijd is blijven hangen als een plek waar ik denk dat mijn kritische kijk op trainen is begonnen.
Lillehammer - Inzell – Oslo - Collalbo - Davos en Zakopane
In de voorbereiding van de 1e alternatieve 11 stedentocht in Lillehammer heb ik – samen met Harry Falke - een rol in de organisatie mogen spelen. Erg leerzaam als beginnend trainer/begeleider ook nog organisator zijn was een fantastische ervaring. In Lillehammer was ik ook actief als trainer van Akke Kloppenburg en Nel Duyn. De beide dames eindigden in de eerste alternatieve 11 stedentocht als eerste en tweede. Voor alle toppers van het Nederlandse nationale schaatsteam! Een prachtige ervaring en misschien wel het begin van een (internationale) carrière als trainer.
Inzell heeft voor mij een bijzondere betekenis omdat ik daar als trainer/coach van Jos Niesten mijn eerste werelduurrecord heb mogen doen. Met Oost Duitse toptrainers dicht naast mij. Hun verbaasde reacties dat zoiets kon vergeet ik niet snel. Met deze trainers heb ik nog regelmatig contact. Verder heeft Inzell mij als selectietrainer gevormd. Door de contacten en de problemen tijdens de trainingskampen heb ik mijzelf kunnen ontwikkelen tot de trainer die ik nu ben.
Oslo heeft mij gevormd als trainer doordat er een hele week wedstrijden gepland stond aan het eind van een seizoen. Tot dan had ik het idee dat een schaatsers alle dagen alle afstanden moesten kunnen rijden. Dat dit en vergissing was bleek al vrij snel na een 10.000 meter van Jan Wedman. Jan was na het rijden van de 10.000 meter zo kapot dat hij de hele week niet meer geschaatst heeft. Dank zij de contacten met de Noorse coaches is dit een fantastisch leermoment geworden.
Collalbo en Davos hebben mij geleerd wat de effecten zijn van training op hoogte. De inspanningen zijn anders, de lucht is anders van samenstelling en dat schaatsen op hoogte daardoor anders is dan op zeeniveau, daar ben ik in de loop van de tijd achter gekomen. In Davos en Collalbo kennis gemaakt met Bio Energetische geneeskunde. Met dank aan de begeleiders die mij hebben willen scholen kan ik deze kennis nu gebruiken als trainer/begeleider.
Berlijn, Höhenschonhausen en Kienbaum 2
Aangezien ik het geluk heb gehad al in de DDR tijd bij trainingen en testen heb te mogen kijken bewaar ik bijzondere herinneringen aan Höhenschonhausen en vooral aan Kienbaum 2. Naar aanleiding van het Wereld uurrecord van Jos Niesten in Inzell ben ik een paar maal uitgenodigd voor een gesprek met de DDR trainers om voordrachten te houden voor hen en ook om te discussiëren over training en alles wat daar bij komt kijken. Geweldige ervaringen. Met enkele van de mensen die ik daar toen heb leren kennen heb ik nog regelmatig contact. Als we elkaar zien dan zitten we (uiteraard) lang te discussiëren over begeleiding, scholing, training, wetenschap van sporters. Steeds weer opnieuw een ervaring.
Zakopane heeft mij leren omgaan met schaatsers en organisaties in het toenmalige Oostblok. Door te werken in een volledig ‘andere’ wereld ben ik gegroeid als trainer en zeker ook als mens. Ervaringen die ik niet graag had willen missen.
Wingate Institut in Israel.
Tijdens een basketbal trip naar Israel had ik het geluk dat we een week op de campus bij het Windgate instituut mochten verblijven. Daar heb ik vaak en uitgebreid met de mensen kunnen overleggen die de beroemde Wingate (spint)test hebben ontwikkeld. Het verblijf met de gesprekken waren leermomenten die ik mij hele leven niet meer vergeten zal.
Seoul (Zuid Korea) – Taipei – Singapore – Bangkok, Nagano, Hamar en Calgary etc.
Bovenstaande steden heb ik als begeleider van het Nederlands Basketbal teams en schaatstrainer met regelmaat aangedaan. Het heeft mij als mens en trainer zeker gevormd. Aan Calgary, Hamar en Nagano bewaar ik als schaatstrainer zeer plezierige herinneringen. Hamar en Nagano vanwege de Olympische spelen en Calagry omdat er topsport wordt geademd. Redenen genoeg om nog eens van deze sportculturen kennis te nemen.
Amsterdam en Haarlem
Daar heb ik mijzelf dank zij kritische studenten en topsporters uit zeven verschillende sporten continu kunnen ontwikkelen als trainer/masseur/organisator/docent en begeleider in verschillende sporten en in verschillende culturen. Prachtige herinneringen waarvan ik er graag enkelen wil noemen.
Schaatsen
Als net aangestelde trainer van de baanselectie Alkmaar in de begin jaren 70 heb ik geleerd dat je niet altijd de adviezen van je voorganger moet overnemen. Van acht de rijders die ik NIET zou moeten opnemen - en toch heb opgenomen - in de selectie hebben er zeven de laatste afstand mogen rijden op het NK van dat jaar. Van deze zeven zijn er later twee tot de top van Nederland doorgedrongen. Daarvan heb ik geleerd om altijd mijn eigen gevoel te volgen.
Als trainer van US en later Skits heb kunnen werken met vaak zeer kritische studenten. Zij hebben mij leren nadenken over dat wat aan het doen was. Zo veel zelfs dat ik soms openlijk twijfelde aan de uitkomsten van wetenschappelijke onderzoeken. Deze twijfel was soms terecht en daardoor heeft het meer gevormd dan anders het geval zou zijn geweest. Kritisch maar wel open voor inhoudelijke discussie.
Als trainer van de baanselectie Haarlem heb ik schaatsers kunnen opleiden tot deelname aan verschillende NK’s. Soms met ereplaatsen als resultaat. Het werken met de baanselectie heeft mij in de etalage gezet waardoor ik een internationale carrière heb kunnen maken. Ook heb ik dankzij het werken met de selectie het VGZ project mogen doen. Een project waarin topssport in het marathonschaatsen is geintroduceerd. Naast het marathonschaatsen heb ik de Oostenrijkse schaatsers van dichtbij kunnen meemaken. Vooral hun 'over mijn lijk mentaliteit' heeft mij altijd aangesproken.
Atletiek
Al snel na de opleiding tot masseur mocht ik aan de slag bij de atletiek vereniging Haarlem. AV Haarlem was de tweede club in Nederland met veel topatleten. Vooral van de denkwijze van mensen als Henk Kraayenhof en Ruud Wielaart hebben mij geschoold als topsportbegeleider.
Inline
Tijdens mijn trainerschap in Zwitserland heb ik eerst Roces en later Rollerblade geholpen met het opzetten van het Europa/World team Inline-speed. Fantastische ervaringen en een netwerk waar ik nog steeds gebruik van kan maken.
Hockey
Enkele jaren het begeleiden van de Spaanse nationale ploeg en Atletico de Terassa tijdens hun wedstrijden in Nederland hebben mij internationaler leren denken. Een groot pluspunt voor mijn internationale werkzaamheden.
Honkbal
Bij het honkbal heb ik – net als bij basketbal - als masseur gewerkt met onder andere Amerikanen. Zij hadden en hebben een andere sportcultuur dan wij hier gewent zijn. Een sport cultuur waar ik veel van geleerd heb. Vooral de instelling ‘wat je wilt kun je ook’ heeft mij zeer aangesproken. Deze stelling gebruik ik nog steeds.
Autoracen
Dit is een sport met een hoog topsport gehalte. Vooral het fit maken en houden van de coureurs is een uitgebalanceerd werk. Leuk om te doen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Training op hoogte
Inleiding.
In eerdere artikel heb ik wel eens aangegeven dat wedstrijd / tochten rijden anders is dan het rijden op natuurijs in Nederland. Het grootste verschil is dat de Weissensee op een hoogte van ongeveer 1000 meter ligt. Naast het verschil in hoogte is er nog een verschil; de omgeving. Deze is op de Weissensee een andere dan in Nederland. Voor veel schaatsers de omgeving voor schaatsen op natuurijs. Begrijpelijk want …. wanneer hebben we in Nederland op een open water kunnen schaatsen?
Als schaatstrainers en daarmee ook de schaatsers krijg je daardoor minimaal 1 maal per jaar te maken met trainingen en wedstrijden op 1000 meter hoogte waarop de Weissensee ligt. Anderen gaan weer met hen vereniging naar banen als Collalbo om wedstrijden te rijden. Dan is een goede voorbereiding waarin training op hoogte een plek zou moeten hebben niet zo gek gedacht.
Om wat meer bekendheid te verkrijgen over trainen op hoogte wil ik een drietal artikelen schrijven.
In dit eerste artikel een kort overzicht van de mogelijkheden en een beetje verdieping. In de volgende twee artikelen wat meer diepgang voor trainingen op middelhoogte en grote hoogte.
Training op hoogte algemeen.
Voor training op hoogte kies ik graag voor een hoogte van 1000 tot 1500 meter. Voor een echte hoogtestage kies ik voor een hoogte boven de 1800 meter. Een hoogte van 1000 – 1500 meter heeft wel een paar voordelen en minder nadelen. Enkele voor en kleine nadelen worden verderop beschreven.
Locaties voor training op hoogte.
Goede locaties voor een trainingsstage op middelhoogte kunnen zijn:
Weissensee = 1000 meter.
Collalbo in Italië = 1200 meter en
Obergoms in Zwitserland = hoogte 1400 meter.
Voor een echte hoogtestage wordt er door schaatsers vaak gekozen voor:
Sankt Moritz in Zwitserland = 1800 meter of
Font Romeu in de Franse Pyreneeën = 2200 meter.
Al deze oorden hebben één ding gemeen; ze liggen allemaal in een fantastische omgeving waardoor er van een hoogtestage in ieder geval één positief effect valt te verwachten: de positieve emotionele kick.
A. Middenhoog of hoog in een visie.
In dit gedeelte wil ik graag mijn eigen ervaringen van training op hoogte met jullie delen. Let wel, het is geen wetenschap maar een visie gebaseerd op ervaring.
In de zomer koos en kies ik er vaak voor om te trainen op middenhoogte. Eén van de redenen was omdat de OS van Salt Lake City (2002) op 1400 meter plaatsvonden en ik veel informatie wilde hebben over de mogelijkheden en de reactie van sporters op deze hoogte.
In de winter was voor l.b. schaatsers vaak Collalbo in Italië het gebied waar we de trainingen op hoogte uitvoerden. Voor Marathon schaatsers zou de Weissensee een erg goede voorbereidingsgebeid kunnen zijn. Allen … de competitie in Nederland en de volle kalender staat vaak een goede voorbereiding in de weg. Jammer!
> Middenhoogte is de hoogte waarop veel langlaufers hun trainingen afwerken. Zij hebben een heel goed ontwikkeld duurvermogen. Het geeft voor mij de volgende gedachte weer: als voor hen goed is, is het ook goed voor ‘mijn’ sporters.
Gezien de conditionele ontwikkeling van de sporters die deze visie gevolg hebben, denk ik dat deze gedachte klopt.
Opmerkingen
Ga je naar een stage voor training op hoogte dan moet je ook nog kiezen voor:
Zelf heb ik een voorkeur voor trainen op hetzelfde niveau als slapen.
Door deze keuze heb ik ervaren dat het mogelijk is om effecten van hoogtetraining op hoogte, genoemd onder hoogtetraining (een volgend artikel) , te combineren met trainingsprikkels zoals deze op zeeniveau gebruikelijk zijn.
Een paar ervaringen:
Veel van de trainingsstages op hoogte vonden plaats in Ulrichen, Zwitserland. Een inspirerende omgeving en plek waar je ook goed kunt Inlinen op, een niet meer in gebruik zijnde, vliegveld. Voor het ‘semi specifiek’ trainen van de schaatstechniek een plezierige bijkomstigheid.
Korte inleiding fysiologie:
Men neemt aan dat er, in rust en tijdens trainingen, een relatief tekort aan zuurstof ontstaat op celniveau. Vooral bij training op hoogte is het ontstaan van dit relatief zuurstoftekort, dat een directe invloed lijkt te hebben op de specifieke trainingsprikkel, een bekend gegeven. Het prestatie- en herstelvermogen voor o.a. energetische belastingen neemt af naarmate de hoogte groter wordt. Het lichaam zal zich echter altijd aanpassen aan deze situatie en daardoor is het mogelijk na enige weken een voor de hoogte waarop men verblijft “normale” prestaties te leveren.
Een paar tips voor een trainingsstage op hoogte:
Piet Schipper
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-Van oververmoeidheid tot overtraining
Er is niet zo heel veel documentatie over oververmoeidheid te vinden. Om inzicht te krijgen in deze materie heb ik in mijn boek heb ik de gedachte van Carl Fortser weergegeven zoals deze door veel wetenschappers wordt gehanteerd. Dat betekent niet dat je als trainer geen goed beeld kunt vormen in welke situatie je sporter zich bevindt. Het is dan misschien niet allemaal wetenschappelijk te bewijzen, als trainer weet je vaak precies hoe veel je een sporter kunt belasten. Daarbij heeft iedere trainer zijn eigen gedachte en definitie van belasten. Zo ook ik. In dit artikel hoop ik een paar tips te geven hoe ik als trainer om ga met (zware) belastingen van een sporter.
Belasting – belastbaarheid
Wat onder het belasten van een sporter verstaan wordt is samen te vatten in één regel: een sporter iets fysiek en psychisch laten uitvoeren. Belastbaarheid zou je kunnen samenvatten als volgt: hoelang kan een sporter deze belasting op het gewenste niveau vasthouden. Dit belasten gebeurd meestal in trainingen en wedstrijden. Deze belasting bestaat dan uit een fysieke inspanning die mogelijk gemaakt wordt door een prikkel en aansturing vanuit de hersenen.
Deze inspanningen brengen schade aan in het lichaam. Dat kan zijn schade aan de spieren,
maar ook schade aan de werking van het zenuwstelsel. Dat betekent dat je als trainer naast het objectief (laten) meten naar de gevolgen van inspanning ook je gevoel voor het (fysiek) omgaan met de mensen moet ontwikkelen. Dat is niet gemakkelijk omdat je als trainer vaak geen zicht hebt op de situatie naast de trainingen en wedstrijden. Er bestaan naast de inspanningen die wij aanbieden voor de sporter een belasting thuis die ij vaak niet – voldoende - kennen. Dit kunnen sociaal-maatschappelijke belastingen zijn zoals huiswerk, een relatie die onderhouden moeten worden, etc.
Deze thuisbelastingen zijn niet gemakkelijk in modellen onder te brengen. Oog, oor en hand van een trainer zijn vaak de waarnemer. Mijn advies is daarom om regelmatig een sporter in de ogen te kijken en een hand te geven. Want zoals de titel van een boek dat - door Sytsche Spijkervet is geschreven - aan geeft ‘Een mens is meer dan een hoofd dat denkt en een lijf dat loopt’.
Talent om een keuze te kunnen te maken voor een goede verhouding belasting - belastbaarheid is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor een sporter. Talent is een veel gebruikte term die zelden herkenbaar is. Er is wel een model ontwikkeld (THOM) maar of dit model werkt kan pas over enige jaren worden vastgesteld. Dat komt voor een deel omdat talent op verschillende manieren herkenbaar en te gebruiken is. Maar vooral omdat we nu nog niet weten of de talenten van nu de kampioenen van de toekomst zijn. Welke talenten zijn voor mij als trainer-coach belangrijk?
- Het talent dat een sporter heeft om de aangeboden trainingen op de juiste intensiteiten en duur uit te voeren.
- Talent om de juiste sportalgemene en sportspecifieke aspecten in balans van training en ontspanning te kiezen.
- Talent om zijn - optimale - regeneratieproces te keizen
- Talent om het juiste materiaal en trainingsomgeving te keizen
- Talent om zijn eigen fysieke en mentale grenzen te bepalen
- Talent om te bepalen wanneer een rustdag of rustdagen nodig zijn
- Talent om de juiste mensen om zich heen te verzamelen.
- Talent om een voor zichzelf goed werkend periodisering model te bepalen
- Talent om te bepalen wanner je fysiek en mentaal te vermoeid bent om te trainen of wedstrijden te schaatsen.
Belastbaarheid wordt voor een groot deel bepaald door de balans tussen het aanbieden van met daarnaast het herstel van deze belastingen/inspanningen. Om de grens van belasting en belastbaarheid te bewaken is het noodzakelijk om de duur, de intensiteit en de (optimale) werking van de prikkeloverdracht te monitoren. Daarmee krijg inzicht in de belasting en belastbaarheid. Het monitoren van duur, intensiteit en psychische belasting kan voor door gebruik te maken van het model van Carl Forster. In dit model is de sporter de persoon die aangeeft hoe intensief hij een belasting heeft ervaren. Door daarnaast het aantal uren te monitoren kun je via een rekenmodel uitrekenen hoe de totale belasting is gewest.
Omdat het model een correcte weergave door de sporter verlangt ligt daar ook meteen de zwakte van dit model. Uit de praktijk weet ik dat een sporter die heel erg vermoeid is maar wel zijn ambities wil waarmaken zij situatie bagitaliseert! Naast het model van Forster kan een goed oplettende coach of trainer prima bepalen wat de toestand van een sporter is. Zelf gebruik ik het kijken - bij voorkeur - naar de technische uitvoering van de bewegingen. Een regelmatig verstoord bewegingspatroon geeft mij een seintje dat er iets mis kan zijn. Het blijft een moeilijke zaak om bij schaatsers deze kleine verstoringen te herkennen in tegenstelling tot b.v. een autocoureur. Als deze de belastbaarheid ook maar een beetje overschrijdt ligt zijn auto in puin. Hij zal een volgende keer dus gewaarschuwd zijn. Bij schaatsers ligt dat anders. Daar wordt een overbelasting niet zo afgestraft waardoor er mogelijk helemaal niet wordt gereageerd op een overbelasting. Dat is jammer omdat een kleine verstoring in bewegingen kan wijzen op een te grote inspanning.Dit hoeft niet erg te zijn omdat dit bij een geringe overschrijding trainingsaanpassing tot gevolg heeft. Om – negatieve - verstoring te voorkomen is het belangrijk dat deze inspanning gevolgd wordt door een goed herstelprogramma. Lukt dat niet dan is de sporter te lang en te veel vermoeid.
Vermoeidheid
Wikipedia zegt hierover:
Vermoeidheid (of moeheid) is een staat van lichaam en geest waarbij een persoon zich verminderd in staat voelt activiteiten te ondernemen en zich slaperig voelt. Vermoeidheid is over het algemeen een gevolg van een zware lichamelijke of geestelijke inspanning of een lange periode zonder slaap. Vermoeidheid kan echter ook een symptoom zijn van een lichamelijke of geestelijke aandoening, zoals hartzwakte, diabetes of klinische depressie.
Omdat bij vermoeidheid het concentratie- en reactievermogen afneemt, is een moe persoon niet optimaal in staat activiteiten uit te voeren die constante concentratie en/of reactievermogen vereisen, zoals het besturen van een voertuig.
Daar zou ik aan willen toevoegen dat bij sporten zoals schaatsen niet kan worden beoefend bij het hebben van een grote vermoeidheid.
Als er sprake is van snelle vermoeibaarheid in combinatie met andere klachten, zoals malaise, spierzwakte en duizeligheid, kan dit duiden op het chronische vermoeidheidssyndroom.
Wat is een chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
Ook hier heeft Wikipedia een verklaring:
Het hoofdkenmerk van CVS is inspanningsintolerantie: een relatief geringe inspanning leidt tot uitputting, waarbij het herstel langer dan 24 uur duurt.
Daar zou ik graag het volgende aan willen toevoegen. Chronische vermoeidheid is een ziekte die veelal niet het gevolg is van sporten. Het is meer een gevolg van andere zaken die te maken hebben met het dagelijkse leven.
Door intensief sporten kunnen symptomen ontstaan die vergelijkbaar zijn met die van CVS. Zelf heb ik te maken gehad met sporters die op mij een vermoeide indruk maakten. Bij alle sporters die een grote mate van vermoeidheid hadden waren de volgende symptomen herkenbaar:
- deze sporters waren in groepsverband erg rumoerig en onrustig
- ze gingen vaak later naar bed dan wenselijk
- een onrustige en korte ademhaling tijdens inspanning
- schichtig om zich heen kijken en je niet durven aankijken als je deze korte en onrustige ademhaling aansprak.
- met dank aan Stans van der Poel weten we ook dat de ademhaling na een inspanning doorjakkert. Dus onrustig en kort blijft. Dit is voor een oplettende trainer-coach goed te herkennen.
Heb je als trainer-coach dit gevoel voor herkenning niet intwikkeld kan een zeer intensief sportende sporter genmakkelijk in een situatie van overtraining komen.
Overtraining
Om te weten te komen wat overtraining is nemen we maar weer Ikipedia erbij..
Overtraining ontstaat wanneer de belasting die het lichaam door fysieke training wordt opgelegd groter is dan het noodzakelijk herstel. Het kan voorkomen bij zowel kracht- als duursporters.
Een tijdelijke overbelasting hoeft dus geen overtraining te zijn maar is veelal een vorm van te grote belasting in een te korte tijd. Dat is met rust en training op lage intensiteit vaak te genezen. Dit in tegenstelling tot overtraining dat m.i. een therapie nodig maakt. Deze therapie zal vaak bestaan uit een combinatie van rust, inspanning op lage intensiteit en het aanpassen van het voedingspatroon. Ga hiervoor naar een daarin gespecialiseerd bedrijf.
Ontstaan van overtraining.
Na elke inspanning het de sporter tijd nodig om te herstellen van de inspanning. Het mooiste is om het lichaam weer te belasten op een moment dat dit in een supercompensatie zit. Dit moment is echter niet gemakkelijk vast te stellen. Soms duurt het langer, soms korter dan dat de inspanningsfysiologie aangeeft. Als een trainingsprogramma verkeerd in elkaar zit zodat dezelfde soort trainingsprikkels elkaar te snel in de tijd opvolgen, dan zal er op een gegeven moment overtraining ontstaan. Varieer en geeft de sporter voldoende tijd om te herstellen.
De variatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de situatie waarin de inspanning is geleverd, de voeding die voorafgaand en na de inspanning is ingenomen. Ook speelt de omgeving waarin de sporter sport een belangrijke rol. Is er voldoende zuurstof aanwezig en is deze van de gewenste kwaliteit. Daarom is dit herstel is vrijwel nooit in een model te zetten. Iets dat wel vaak gebeurd. Regelmatig testen en vooral goed opletten door de trainer-coach voorkomt dat de sporter in een overtraining syndroom komt. Een regelmatige controle van de hartslag, ademhaling en HRV bepaling tijdens inspanning heeft mij als trainer-coach al veel voordeel opgeleverd. De mogelijkheden om deze gegevens te monitoren zijn:
- De Suunto t6 en verschillende modellen van Polar kun je als sporter goed gebruiken omdat deze eenvoudig zijn te gebruiken om gegevens te monitoren.
- De merken Co2ntrol en Zephyr geven de mogelijkheid om de gegevens te monitoren die nodig zijn om overtraining te voorkomen. Aangezien deze producten beter zijn dan de basis producten zijn ze ook wat duurder. Er zijn echter voldoende centra die deze producten inmiddels gebruiken om je te helpen bij het monitoren. Uit eigen ervaring weet ik dat dit een prima aanvulling is op dat wat je als trainer-coach ziet
Hoe herken je overtraining
Hierover zegt Wikipedia
Als iemand overtraind is, zal het lichaam zich over het algemeen continu in een actieve staat bevinden. Zo probeert het te herstellen van de schade die is opgelopen. Deze actieve staat kan zich uiten in een hoge rustpols, slapeloosheid, een slechte eetlust en gewichtsverlies. Daaraan gekoppeld is dan vaak een verslechterde motivatie en humeur te constateren. Spieren doen vaak zeer en voelen stijf aan. Overige symptomen zijn bijvoorbeeld duizeligheid en zweetaanvallen.
Als trainer coach kun je deze symptomen goed herkennen. Leer vooral om ze ook te herkennen en sluit jezelf niet af van de werkelijkheid. Of nog erger geef de verantwoordelijkheid daarvan niet uit handen. Je wordt als trainer-coach n.l. altijd afgerekend op dat wat er met een sporter gebeurd.
Het is nuttig om als trainer-coach te weten hoe belasting-belastbaarheid van jouw sport in elkaar steekt. Je hebt tenslotte een gedeelde verantwoordelijk voor het lichaam van je sporter. Het is noodzakelijk om kennis te hebben van herstelprogramma’s, over wat een sporter moet drinken en eten om het energieniveau van de sporter op pijl te houden. Aangezien het energieniveau te meten is kan het goed zijn als je als trainer-coach weet waar dit kan.
Wat moet je als sporter weten
Het is nuttig om als sporter te weten hoe belasting-belastbaarheid van jouw sport in elkaar steekt. Je bent tenslotte altijd verantwoordelijk voor je eigen lichaam. Daarnaast is het nuttig om kennis te hebben van herstelprogramma’s en over wat je drinken en eten kunt om het energieniveau op pijl te houden. Aangezien het energieniveau te meten is kan het goed zijn als je als sporter weet waar dit energieniveau te meten is.
Samenvatting
Bepalen van belasting-belastbaarheid om overtraining te voorkomen is een samenwerking tussen trainer-coach en sporter.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het ontstaan RAPS schaatsen zoals ik dat heb beleefd.
Door mijn werkzaamheden in de top van het schaatsen heb ik ooit Frans Krienbuhl leren kennen.
Frans was een bijzonder mens. Topsporter en altijd op zoek naar vernieuwing. Zo heeft hij ooit het ‘snelle’ eendelige schaatspak ontwikkeld. Inmiddels niet meer weg te denken. In een tijd dat er nog geschaatst werd in een losse trui en broek was dat zeer bijzonder. Vervolgens heeft hij zijn Krienbuhl schaatsen met een aerodynamische schoen en verwisselbare ijzers ontwikkeld. Daardoor konden ook de dikte van het ijzer gewisseld worden en aangepast aan de ‘hardheid’ van het ijs.
Toen Frans aangaf de schaatsen via winkels in Nederland te willen gaan verkopen ben ik met hem - op een goed moment - op pad gegaan naar verschillende verkoop adressen in Nederland. Zo kwamen wij terecht bij Nico Beumers in Almelo. Zittend in woonkamer van Nico boven de zaak werd duidelijk dat Frans het aantal schaatsen niet in z’n eentje zou kunnen produceren. Er is toen een basis gelegd voor samenwerking waarbij Nico de mogelijkheden zou onderzoeken voor productie in Nederland. Frans zou de onderdelen aanleveren en de productie zou in Nederland plaatsvinden. Al snel bleek dat Frans de aantallen niet kon waarmaken en is Nico samen met Joep Gierveld (familie van Nico en eigenaar en toen van een marketing bedrijf) gaan kijken hoe aan de vraag kon worden voldaan. In die tijd is het bedrijf Interraps en de merknaam Raps ontstaan. Hoe het precies is verlopen kan ik niet meer zeggen omdat ik dat niet meer ‘helder’ heb. Wel weet ik Hans Veldhuis en later met hulp van Diederik Hol (nu eigenaar van Cadomotus) is begonnen aan de productie en zijn vorm verder te ontwikkeld. Vooral de stijfheid in het ijzer stond centraal bij de marketing. In die tijd zijn veel schaatsers overgestapt op Raps. Een van hen was Falco Zandstra en de VGZ marathonploeg onder leiding van mij als ploegleider/trainer met o.a. Hilbert van de Duim. In die tijd vond de 1e openinning van het huidige Thialf plaats met als hoogte punt van de opening het werelduurrecord van Hilbert van der Duim op Raps schaatsen. Echter ….. na enige tijd vonden veel schaatsers het ijzer te weinig ‘gevoel’ teruggaf doordat het te stug en stijf gevonden werd. Helaas is er toen onvoldoende geluisterd en stapten veel schaatsers weer over op Viking.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Training für Eisschnelllaufen.
Distanz Teilaufgabe Serie Pause Intensitäten Bemerkung
1500 M. Kleine Pyramide > 20‘ Maximal Knallhartes Training
5000 M. Mittel Pyramide > 12‘ Sub Maximal Tut weh im Beinen und Lungen
|
|
Intensitäten Benutzt durch uns.
|
Anaerobe 2 Lacktat > 12 -++ Anaerobe a-Lactisch
|
Anaerobe 1 Lacktat > 7 -++
|
Aerobe 3 Lacktat > 5-7
|
Aerobe 2 Lacktat > 3-5
Aerobe 1 Lacktat > 1-2
|
|
Kleine Pyramide Intensität
|
30 Sekunden Anaerobe 2 Normale Frequenz 30 Sekunden Pause
|
|
60 Sekunden Anaerobe 2 Frequenz 2 Mal herunter bringen und Knallhart Abstoßen oder Träten. 30 Sekunden Pause
30 Sekunden Anaerobe 2 Normale Frequenz
|
|
Mittel Pyramide Intensität
90 Sekunden Aerobe 3 - Anaerobe 1 Normale Frequenz 60 Sekunden Pause
|
|
|
150 Sekunden Aerobe 3 Frequenz 2 Mal herunter bringen und Knallhart Abstoßen oder Träten. 60 Sekunden Pause
60 Sekunden Anaerobe 2 Normale Frequenz
Bei Spezifische Belastungen wobei (relativ viel) Kraft benutzt lasst die Hf um ungefähr 10 Schlägen senken!
Piet Schipper, Haarlem 2010
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inspanningsastma
Ongeveer 50% van de topschaatsers heeft een vorm van inspanningsastma. Wat is inspanningsastma precies?
Astma is kortademigheid. Dit wordt veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen als gevolg van diverse prikkels. Deze prikkels kunnen zijn:
De vernauwing van de luchtwegen ontstaat als gevolg van twee processen:
In rust stroomt er ongeveer 5 liter lucht per minuut door onze longen, tijdens inspanning kan dit toenemen tot 200 liter per minuut. Deze sterk toegenomen luchtstroom door de luchtwegen geeft een extra uitdrogend effect. Dit is één van de belangrijkste prikkels van inspanningsastma.
Bij inspanningsastma is er dus sprake van een vernauwing van de luchtwegen als gevolg van de toegenomen luchtstroom. Inspanningsastma kan net als normale astma in verschillende gradaties optreden. Inspanningsastma kan begrijpelijk leiden tot prestatievermindering.
De verschijnselen van inspanningsastma zijn:
Een warming-up is dus extra belangrijk voor mensen met inspanningsastma als ook voor mensen met normale astma.
Als mensen met normale astma stoppen met de inspanning dan krijgen ze meestal een tegenslag. Er treedt namelijk een ontstekingsreactie op als gevolg van de toegenomen luchtstoom tijdens de inspanning die zorgt voor pijn. Ook treedt er meestal weer vernauwing op na de inspanning.
Bij wie moet je wat doen, bij wie niet?
Waarom zijn er veel astmapatiënten die ondanks hun handicap topsport bedrijven:
Beleid
Wat ga je doen bij inspanningsastma?
Medicijnen, twee groepen:
- adrenaline- achtige stof
- gunstig effect op duurprestaties bij hogere doseringen
- anabool effect bij zeer hoge doseringen
- staat op dopinglijst
- staat op de dopinglijst
Voor ventolin is het sterk te betwijfelen of het bij gezonde mensen ook een prestatieverbetering tot gevolg heeft. Mogelijk heeft het wel een psychisch effect omdat mensen denken dat het helpt. Ventolin is alleen toegestaan bij gebruik van “pufjes” en alleen met medische indicatie.
Mensen met inspanningsastma hebben er wel degelijk voordeel van. Hoe heviger de inspanningsastma hoe meer effect het zal hebben.
De risico’s van ventolin zijn:
Ademhalingstherapie kan ook heel goed helpen, bij alle soorten therapieën moet men echter goed nagaan of het echt helpt. Helpt het niet stop er dan mee, het kost anders alleen maar geld.
In de gezondheidszorg is er erg weinig know-how over hoe je zelf de (inspannings-) astma kunt verminderen. Er wordt alleen met medicatie gewerkt omdat dat zekerheid geeft. Het is namelijk gestoeld op wetenschappelijk onderzoek.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------